Het zesde jaar’ is de herziene- en sterk uitgebreide versie van een eerder (in 2005) onder pseudoniem verschenen boek met dezelfde titel. In de versie van 2014 zijn bovendien de fictieve elementen uit de eerdere uitgave verwijderd.
Het zesde jaar’ is het autobiografische verhaal over de onwerkelijke en verwarrende wereld, direct na de oorlog, van de Joodse jongen, Peter Hein, die tijdens de oorlog zonder zijn ouders van onderduikadres naar onderduikadres ging.
In zijn hut op het landgoed Zydebaelen kijkt hij na de bevrijding terug op wat hij tijdens de oorlog op vele onderduikadressen heeft meegemaakt. Waarom mocht hij zijn eigen naam niet houden? Wat was er mis met zijn donkere ogen en zijn zwarte haar? Waarom moest het gebleekt worden? Het eerste jaar na de oorlog, het ‘zesde jaar’ is even moeilijk als de voorafgaande jaren.
Zijn ouders zijn vreemden voor hem. Familie en vrienden zijn verdwenen, er is geen geld, en het leven moet opnieuw worden opgepakt: niet eenvoudig, ook al niet omdat tante Cor (een onderduikmoeder) Peter niet loslaat en zelfs bij hen intrekt.