De onderduikers

Het bizarre verhaal van mijn ouders op de vlucht voor de Jodenjagers.
Uit nazi-Duitsland gevlucht, werden ze in Nederland ingehaald door de oorlog.
Na hun ervaringen in Duitsland en naar aanleiding van foto’s van massagraven van Joden in het Oosten, die mijn vader al in begin 1942 onder ogen kreeg, was er maar één optie: onderduiken

Mijn vader kende de Duitse mentaliteit en bureaucratie. Zevenmaal durfde hij een oproep van de Gestapo voor deportatie te negeren. Hoog spel, dat bijna anderhalf jaar respijt opleverde. Eigenlijk is het de geschiedenis van één man (mijn vader) tegen een enorme overmacht. Hij had maar één doel: overleven. Nooit opgeven. Hij wist wat er ging gebeuren. Zijn mantra: ‘We hebben maar één optie: onderduiken. Overgave betekent de dood.’ Meer dan twee jaar vogelvrij. Voortdurend op de vlucht. Eén lange zwerftocht langs twaalf onderduikadressen. Verraad was de rode draad. Drie maal werden ze verraden en alleen dankzij het onwaarschijnlijke overlevingsinstinct van mijn vader wisten ze telkens weer op het nippertje weg te komen. Voortdurend anticipeerde hij op wat er kon gebeuren en steeds was het eerste wat hij deed op een nieuw adres: een vluchtweg zoeken en oefenen in ontsnappen. Ze sprongen uit ramen, klommen van balkons en zwierven half gekleed, blootsvoets, in de sneeuw door de bossen.

Maar ook de andere kant: verveling, de angst om mij (ik zat elders ondergedoken), conflicten tussen te veel mensen, vreemden voor elkaar, met verschillende karakters, opgesloten in te kleine ruimten en te lang tot elkaar veroordeeld. Al schrijvend stuitte ik op de beschuldiging, dat mijn ouders een ander Joods gezin verraden zouden hebben, met deportatie en dood van vier personen in Auschwitz, Neuengamme en Dachau tot gevolg. Zelf herhaaldelijk verraden en nu zelf verraders? Mijn onderzoek daarnaar leverde onverwachte inzichten op.