In 2007 verscheen de novelle/verhalenbundel ‘ Het blauw-witte schuim.’ Over het alledaagse leven aan boord van een eenzaam schip en de schoonheid van oceanen, eilanden en kusten.
Het betreft verhalen van een scheepsarts aan boord van de ss Diemerdijk in de tijd van Provo en ‘Flower Power’.
“Da kos je vijf dollar dokter, da’s de stoel van de kaptein! Daar heef niemand op te zitte! En as je da niet bevalt dan sodemieter je maar van de brug en kom je d’r de hele reis nie meer op…!”
Bij toeval belandt de pas afgestudeerde hoofdpersoon als scheepsarts op een schip van de Holland Amerika Lijn voor een reis door het Panamakanaal en langs de Amerikaanse westkust.
Met veel oog voor intermenselijke verhoudingen beschrijft hij de wonderlijke hierarchische wereld van zeelieden in de jaren zestig, hun levens in scherp contrast met die van de steenrijke excentrieke Amerikaanse passagiers en de ongelooflijke luxe die hen zelfs midden op de verlaten oceaan omringt.
Boven peilloos diepe ruimen verrichten de matrozen hun levensgevaarlijke werk. Echte wereldburgers zijn het, die zich overal thuis voelen en zich in Panama onbekommerd overgeven aan uitspattingen met prachtige hoeren.
Hilarisch zijn de aanvaringen met de onbehouwen kapitein. Beeldend schrijft hij over de alcoholische bakker, de stuurlieden, ‘Sparks’, de ‘Boots’, de ‘Baas’ en vele anderen.
Over de amoureuze escapades van de kapitein en medische avonturen op zee.
ISBN 978-90-809-177-7-4